Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], O Mijn volk! [4]wat heb Ik u gedaan, en waarmede heb Ik u [5]vermoeid? Betuig tegen Mij. 4. Verg. Jer.2:5,31. 5. Of, moede gemaakt, ben Ik u moeilijk, lastig geweest? alsof de Heere zeide: Gij zijt immers in uwe conscientien overtuigd, dat Ik u nooit kwaad, maar integendeel alles goeds heb gedaan; wat reden hebt gij dan dat gij u zo afkerig en wrevelig tegen mij gedraagt?